De Prins Sybe kwestie
Rijdend op een paard
Zijn haar in een staart.
In het donker.
Niemand kent zijn geheim.
Zijn geheime pijn:
(waar zouden al die dukaten toch zijn?)
Ridder Slimme ging er vandoor met zijn Jonkvrouwe.
Vrouwe Tido, zouden ze echt om de schat die hij haar schonk trouwen?
Eerst zag hij het nog zitten, hij was een bonk vertrouwen.
Nu is het alleen maar donker rouwen
Goed, er is dan niemand dood, maar zijn hart is niet meer rood.
Het lijkt wel helemaal zwart, ah, kom op, geef dat zwaard nog 1 stoot...
En maak mijn kledij rood,
En mijn hart weer wit.
Help mij in mijn nood.
Hij had nooit gedacht dat hij zoveel kon geven
Om iemand, in zijn leven.
Zoveel om iemand kon geven,
Al het andere is hem nu om het even.
Vroeger was Prins Sybe een vrek,
een gierige gek.
Hij had niet het lieve gebrek
Om iemand nodig te hebben,
zonder wie je nog liever verrekt.
Maar dat is wat er nu gebeurt.
Sybes ziel wordt als het ware ingekleurd.
Hij staat nu aan de andere kant van de lijn.
Daar waar de dingen donker zijn gekleurd.
De ene kant is niet slecht, de andere niet goed.
Ook al voelt Prins Sybe, teer in zijn bloed.
Lood in zijn hoofd, omdat hij (niet) gelooft,
Eender welke kant is goed.
Vroeger was "een Prins Sybe kwestie",
een kwestie van dukaten.
Nu int'resseert het hem niet meer,
waar anderen hun centen laten.
Zelfs de troubadour van het land,
Mag zijn centen houden!
Syb' is wel jaloers op hem want,
hij krijgt alle vrouwen!
Syb' droomt van liefde en vasthouden,
wordt wakker met zijn kussen in zijn armen.
Van tedere vrouwen als antwoord op het koude,
hij wil zich er tussenin fijn warmen.
Hij verwelkomt het nieuwe en verliest het oude
Ook al weet hij het niet tot zijn erbarmen
De tijd is voorbij dat hij geld klauwde,
En and'ren alleen maar voor hem liet verarmen.
Hij weet nu dat Tido niet ging voor het geld,
Maar omdat het met zijn hart zo slecht was gesteld
Hij dacht niet aan haar, alleen aan dukaten,
En daarom had zij hem voor Slimme verlaten.
Sybes verdriet om Jonkvrouwe Tido vervaagde
Maar het gemis van een lieve en trouwe vrouw knaagde.
Tot hij op een morgen de grote stap waagde,
en zich wendde tot de vrouw die hem altijd groette en plaagde.
Zij was nog veel liever dan hij ooit had gedacht,
En na een plezierig' en volkomen nacht
Wist hij dat hem toch nog was gebracht
Waarnaar hij zolang tevergeefs had gesmacht.
Prins Sybe geeft niks meer om geld of om eer
Ze mogen het houden, hij hoeft het niet meer.
Hij heeft nu zijn vrouw van wie hij altijd blijft houden
Hij kent nu geluk, respect en vertrouwen.