Balsem voor mijn pijn
Hoe lieflijk staat betonnen schone
wakend onder lommerboog
in haar hand betonnen appel;
er zit een slakje op haar oog
Hoe vrolijk klatert waterstraal
uit de bolle klaterkruik
granieten bak, was eens zo kaal,
die ‘k nu als vijvertje gebruik
Kikkers zitten onverholen
op de rand of op een blad
maar ze zijn alweer verscholen
als je nadert over het pad
Groen van struiken en de bomen
straalt rust en koelte naar je uit
bloemen bloeien aan hun zomen,
vogels zingen klaar en luid
Hoe heerlijk is het in mijn gaarde,
‘k zou er altijd willen zijn:
mijn product van moeder aarde
als een balsem voor mijn pijn…