Mijn verdriet is zoals het huilen
Van een wolf in de nacht.
Één traan van mij
en één huil van een wolf.
Daarna vele tranen van mij
En veel gehuil,
Als antwoord op die ene huil.
Weer een enkele traan
Die naar beneden rolt,
In m’n mond waar ze verdwijnt,
Voorgoed.
Net als de wolf, eenzaam en alleen
Tot ook hij verdwijnt,
Ook voorgoed.