DOORGAAN.
je moet doorgaan telkens maar weer.
maar sommige mensen doen je zo zeer.
niet meer met elkaar eens zijn.
dat doet heel erg zeer.
alles wat je in het leven hebt gegeven.
alles wat je hebt gedaan,
kan een mens dan zo veranderen.
van de een op de dag naar een ander te gaan.
alles had ik over voor jou.
ik deed alles voor jou.
deelde mijn zorgen pijn en verdriet,
met jou.
ga ik je nu verliezen aan een ander vertel het mijn nou.
in onzekerheid te leven.
daar kan ik niet tegen.
dat doet elke dag weer zeer.
en steeds om de kinderen is het weer.
en dat doet mijn verdriet en pijn.
3 jaar voor hun gevochten en nu die pijn.
zie je dat dan niet aan mijn.
dat het voor mijn zo moilijk is om.
nog rustig te zijn.
hoop dat jij mijn nu begrijpt.
of raak ik je door de kinderen kwijt.
willen ze dan dat je alleen komt te staan.
ik weet daar kun je niet tegen.
dus doei er dan wat aan.