Woorden maken onzeker,
onzeker van bestaan.
Beslagen ramen,
spiegels waar ze opstaan.
Ze lijken ze liefdevol,
maar onzeker zijn ze allemaal.
Woorden betoveren,
maken me rustig, helemaal.
Ze hoeven niet onzeker te zijn,
maar twijfel blijft bestaan.
Ik wil het niet verliezen,
van woorden of gedachten,
ik zal ze niet verkiezen,
maar verloren heb ik het al.