Huwelijksjubileum
Eens dartelden we, als kalfjes lief
en sprongen, droomden, zongen
en fluisterden: ”Mijn hartedief,”
doorademden de longen.
Brutaler, tastend minnekozen.
De ogen sluiten en maar blozen
en houden van de liefste mens.
Ben jij mijn liefste, die ik wens?
Nog droom ik van die eerste dagen.
Ze lijken nu, nog pas voorbij.
Veel zon, wat onweer, bui met vlagen.
Jij was mijn liefste wens voor mij.
En steeds ben jij - al zijn wij ouder -
bij me en ben ik bij jou
en mijn liefste, och war zoud’er
anders zijn dan ‘t haar wat grauw?
Nog steeds dat lieve minnekozen.
Geen ogen sluiten, niet meer blozen
en houden van de liefste mens.
Jij bent mijn liefste, wat ik wens.