Niemand ziet haar gezicht.
Niemand weet haar naam.
Niemand heeft haar stem ooit gehoord.
Niemand ziet haar staan.
Niemand die merkt dat ze er al een paar dagen niet meer is,
niemand die merkt op het gemis,
niemand die de lege plek ziet,
Nee, niemand heeft om haar verdwijning verdriet.
Niemand die haar zal zoeken,
niemand die hulp in gaat roepen,
niemand die rouwt om haar afwezigheid,
niemand die oog had voor deze meid.
Niemand zal weten waarom ze er niet meer is,
niemand zal leven in verdriet en gemis,
niemand die er een punt van maakt,
niemand die ooit over haar ziel heeft gewaakt.
Ze is gegaan,
omdat niemand gehoor gaf aan haar bestaan.
Ze is gegaan,
want ze kon het niet meer aan
elke dat niet gezien te worden,
elke dag genegeerd te worden.
ze is gegaan,
en ik ging met haar mee.
opdat iemand mij ooit gaat zien staan.