Bedroefd kijk ik omhoog,
zie daar een mooie ster.
Ik zie z,n gezicht erin,
ookal is de ster zo ver.
Er gaat een dikke traan,
ik sta hier helemaal alleen.
M,n vriend is hier niet,
nee ik ben helemaal alleen.
Ik voel opeens een hand,
kijk verschrikt om.
Ik zie m,n vriend met een lach,
ik lach als ik van de schrik bekom.
Dan voel ik weer een traan,
deze niet van verdriet.
Nee deze is van liefde,
liefde voor iemand die je niet ziet.