Toen en nu het strand
En God maakte het uitspansel
Hij scheidde de wateren
onder het uitspansel
en Hij scheidde de wateren
boven het uitspansel.
Toen rolde er golfjes op het land
en zo ontstond het strand.
De mensen kwamen wat later,
want de zon had nog niet geschenen,
dus was er ook geen kans op bruinen benen.
Eerst moesten er nog badpakken uitgevonden worden,
dat ging niet van de een op andere dag,
het was allemaal nog bloot wat men zag.
Toen men eindelijk een beschaafd kostuum
had ontworpen kon men in de zee.
Weinigen deden toen nog mee,
er moest gewerkt worden voor het gezin
dus gingen er niet velen in.
Nu eindelijk iedereen een badpak kan kopen
draagt men liever niets en alles open.
Al die badpakken zullen gewoon verteren
want men loopt liever zonder kleren
kinderen en grote mensen in hun blootje
Zij lijken soms net een bruin gebakken broodjes.
Allemaal op een rij, zijn zij vreselijk blij
als haringen in een ton ,gaan zij in de zon.
Gepekeld door de zee en eigen transpiratie
rollen de golven nog steeds zonder consternatie
De badpakken parade was dus van korte duur
nu willen zij alleen maar puur.