Hoe verder hij Ging,
Des te langer was zijn terug weg.
Hij was ver weg van zijn gedachtes,
Dwalend in afgelegen plekken,
Niet merkend dat hij alleen was,
Ergens waar hij niet hoorde te zijn,
Maar toch,
Voelde hij zich Fijn,
Hij wou geen drukte,
Geen plek waar mensen bepaalden wie hij moest zijn,
Mischien wilde hij dat niet weten,
Want hij was niet,
Wie hij werkelijk dacht te zijn,
Hij had het allemal gehad,
Hij was alles verlorgen wat hij ooit eens had,
Hij is verdwaald,
en terrecht gekomen,
op het verkeerde pad.