Mijn schoonbroer, heeft een speciaal woordenboek
Want elke dag is er een paswoord zoek
Waarmee hij alles zo heeft opgebaard
Zodat hij er zich zelf ook op scheel staart
Een code voor dit een code voor dat
Niets is gratis en bij alles hoort wat
Hij alleen mag weten waar het om gaat
Al staat hij toch steeds voor elkeen paraat
Maar na zwoegend en werkend als een slaaf
Lijk het mij als bij de Vos en de Raaf
De kinderen hebben het woord gekraakt
En van zijn nota’s wat rommel gemaakt
Dan trekt die arme pa weer ten aanval
Steekt met enkele nieuwe woordjes van wal
Op een briefje hier en een briefje daar
Maar niets weerhoud hem van een nieuw gevaar