Keuken mijmeringen.
Harde rode uienkoppen
snijd ik in grove schijven.
Mijmeringen niet te stoppen,
het slaat weer tegen vijven.
Wat steekt er toch genadeloos
tussen hersenschors en stam
Onwetend, toch vermoedend
Kook ik al lang als abraham
Waaiend kil en viltig nat
Stijf lijf en regen buiten
Rillend trillend afgetobd
Wasem ademt op de ruiten
Mist vervaagt het neonlicht,
verbloemt de felle kleuren.
Omzichtig betreedt de schicht
de bühne van het gebeuren.
Het fragment in mijn geheugen,
soms schuchter opgekomen
kent geen frequent moment
hetzij in al mijn dromen.
Bij bewustzijn, niet verdoofd
doen ze pijn, al is de wijn
genipt gesmaakt en in balans,
ze kruipen door mijn hoofd.
De vrijheid in dit druk bestaan
in rust te snijden en te koken
lijkt ver weg verborgen in gebrek.
Zo staan de delen onaangebroken
Het ritme van de keuken,
voor velen daagse dingen.
juist dringt mijn geest zich op
vol met herinneringen.
Gert Hermans
©Diemen 2005