Daar ga je dan naar binnen,
van binnen zit het te dringen.
Al die vragen komen op je af,
soms sta je werkelijk paf.
Dan word je iets vertelt,
het is of alles je beknelt.
nog steeds denk je het is niet waar,
het klinkt in je oren zo raar.
Naar heel veel vragen sta je weer buiten,
toch even een traan en snuiten.
Dan je hoofd maar weer omhoog,
en mijn ogen veeg ik droog.
Ja ze moesten eens weten,
ik hebt al gedronken en gegeten.
dat is de zoveelste keer dat ze je opereren,
je kan je er echt niet tegen verweren.
Het dringt nog steeds niet tot me door,
maar het allemaal wel gewoon door hoor.
Is het nu goed of is het kwaad,
of is het soms al helemaal te laat.
Je vraagt je af wat is de zin van het leven,
maar flink zijn en liefde geven.
Ze kunnen niet in mij kijken,
natuurlijk sommige kunnen het begrijpen.
en dan de vragen,waarom niet dit of dat,
die laat ik het voelen en krijgen een kat.
maar ik, ik luister naar mijn eigen,
ik heb het recht daar over te zwijgen.
Ik moet deze tijd door maken,
en met de rest er om heen geen zaken.
De enigste die ik nu nodig heb,
mijn man, en een arm om me heen in bed.
Vervolg van gisteren 1993.
Fredie.