Omwonenden waren er aan gewend.
Ze stond er als malle Sibbel bekend.
Wind dat geroep tot in de huizen bracht.
Dat ze volhield, vaak tot diep in de nacht.
De vreemdelingen in de kleine stad,
vroegen wat het te betekenen had.
Ach ja,knikte men wijs en eensgezindt,
een schande,malle Sibbel kreeg een kind...
Het kind lag in een margarinekist.
Werd weggenomen voor Sibbel het wist.
De ambtenaar knikte zeer tevreden.
Er hoort weer een probleem tot verleden.
Roerloos staarde ze eenzaam in de nacht.
Groot verdriet dat haar steeds tot roepen bracht.
Beter voor allen,zegt men vergenoegd.
Staan niet stil hoe ze door haar dagen zwoegt...