Als je moet passen
Altijd voorzichtig zoekende ogen vangen elkaar in een magisch moment
ze spiegelen de zelfde verlangens, ik wil dat je bij me bent.
Toch kunnen we daar niet openlijk voor uitkomen tot onze spijt,
Vastgeketend zit ieder in zijn eigen tijd van de eeuwigheid.
Toch, zoals de wind overal kan komen,
Vinden wij elkaar, al is het in onze dromen.
Ook ik voel jouw verlangen in mijn innerlijke intiemste plek
Soms willen we naar elkaar toe, en worden van verlangen bijna gek.
Je probeerde me over te halen vandaan te komen achter die zelf gesloten deur,
en zei:” we hadden het toch goed samen “ ik mis nu al je geur.
Zo gleed jouw hart weer bij het mijne naar binnen,
Streelden we elkaars innerlijke zinnen, wat heerlijk elkaar ook zo beminnen.
Je raakt me diep, zei ook ik eerlijk en oprecht,
Maar je weet dat ik nu moet passen al is dit een hels gevecht.
Je hart weet wat mijn ziel voelt voor jou,
Al kies ik nu mijn plaats bij mijn achterban, een deel blijft eeuwig wachten op jou.