Hij keek in haar ogen, en het enige
dat hij zag was leegte.
Lege ogen,
maar wat hij voelde… was haar pijn.
Hij pakte haar hand,
keek ernaar alsof hij ze nog nooit gezien had.
Maar dat had hij wel.
Dat had hij zeker.
Maar niet hier, niet hier en nu..
Het was… in een ander leven.
Toen ze nog liefde voelden,
elkaars angsten kenden,
de warmte vonden, bij elkaar.
Ze trok haar hand terug,
Er gleed een traan langs haar wang,
langs haar wang naar beneden.
Hij had haar traan, vroeger opgevangen.
Maar nu…
Nee.
Nogmaals keek hij in haar ogen.
Wat hij nu voelde…
Dezelfde leegte,
dezelfde lege ogen, die vroeger zo emotievol waren.
En hij voelde…
Hij voelde zich als een vreemde.