in mijn hoofd een warboel,
stemmen zonder doel.
ik ben er niet bij,
ze overmeesteren mij.
ik roep en zeg stop,
wanneer houd dit op?
ik ben mezelf niet,
en niemand die het ziet.
ik zit met barstende hoofdpijn,
omdat ik mezelf niet kan zijn.
plots komt de rust,
ik ben me weer van alles bewust.
het vechten maakte mij moe,
zachtjes doe ik mijn ogen toe.
dromend naar de werkelijkheid,
de wereld van de realiteit.
die ik zo weinig ken,
omdat ik amper mezelf ben.