Nog een laatste keer de levensweg.
Een laatste keer, de dood legde beleg.
Het begon allemaal zo mooi, zo lang gelee.
Even tussendoor, telkens weer mee.
Het waren grappen en grollen.
Het was lachen en dolle.
Dat waren nog eens tijden.
Geen zorgen, Niks te lijden.
Geen geld? Dan maar trakteren.
Verslaafd, als het niet was af te leren.
Veel te veel uitgegeven, bakken met geld.
Maar het is uiteindelijk het eten wat telt.
Zo vaak belopen, zo vaak gegaan.
Zo vaak gerend, en weinig stil gestaan.
Over die mooie tijd die ons voorbij vloog.
Het was de tijd die ons met hem mee zoog.
Uren die voorbij vlogen, zonder enig denken.
De tijd, zat ons werkelijk toe te wenken.
Wat hadden we een lol, zo met z'n twee.
Daar liepen ze dan, lachend, heel tevree.
Lachen, Gieren, Brullen geblazen.
Daar liepen ze dan, de twee oude dwazen.
Als vanouds, het versleten pad.
Als vanouds... wat misten ze dat...