Vragen willen antwoorden, antwoorden willen vragen,
Dat is het, wat steeds bij mij op komt dagen.
Een geheim die rust in stilte, een machteloos verdriet,
Niemand die mij ziet lopen, niemand die 't ziet.
Een vraag door mij gesteld, het antwoord niet gegeven,
En keer op keer denk ik, zal ik die liefde beleven?
Als het licht erop begint te schijnen,
Start de helderheid met verdwijnen.
Een vraag wordt een raadsel, een raadsel lijkt verzonnen,
En keer op keer denk ik, waar ben ik aan begonnen.
Dan ineens verschijnt de schaduw, hemelsblauw verlicht,
De hoopt begint te bloeien, een heel ander gezicht.
Een tip van de sluier, een hint was gekomen,
En deed het hart weer kloppen, en mij weer verder dromen.