zo afstandelijk
staan wij tegen over elkaar
mijn gezang voor jou
is een fluistering in de wind
die niet door jouw haren waait
jouw stem is als een vogel
daar in die oude eik
maar s'ochtends fluit hij niet
iedere dag vaagt er een stukje weg
houd er een vogel op met zingen
waait de wind langs je heen
verlicht door de zon
ja, dan straal je als haar evenbeeld
maar alleen in mijn fantasie
waar geen verlichting is
langzaam zakt het weg
en ook moeilijker te vinden
verborgen in de golven
of gevangen in de wind
eigenlijk is het een illusie
van mijn waanzin die liefde heet