Wiegend gedragen.
Wiegend gedragen op stromen van tijd,
zijn we in deze contreien verdwaald.
Verborgen in onze eerste begroeting
lag - als een soort zaadje -
de kiem van onstuitbare innigheid.
In uur na uur van zielvol ontmoeten,
onttrekken we elkaar aan vergetelheid.
En in de diep're lagen van mijn wezen
ligt - in blokken van basalt -
nu de warme gloed van een zekerheid.
En iets in mij wil jou dragen,
elke dag de scherpe stenen voorbij.
En iets in jou wil mij schragen
tot de maan de zon aanraakt -
de bitterheid verzoet voor alle dagen.