DE RUZIE IS…
De ruzie is
inwonend thuis.
Geen woord passeert.
Alleen hun ogen blikken.
De stilte, doolt
door kamers en
laat deuren schrikken,
met verkraakt geluid.
Angstig zoet,
verkinderlijkt het spel,
al snel,
tot zielloos bezig zijn.
Hun hartjes,
hopend
op de eerste lach,
de oogopslag.
De kinderen,
onzichtbaar
bij elkaar gefluisterd,
voorbeeldiger dan ooit.
Hun speelgoed,
tolbetalend,
in een kist gegooid
Een zucht,
de hand gepakt.
Met vertrouwen
worden wonden
afgeplakt.
Het spel hervat.
De lach verjaagt
de angst,
verlaagd
tot kelderzwart.
De ruzie
is inwonend thuis.
De kinderangst
verdrempelt kelderzwart,
tot vaders voetstap
op het pad.
WIL MELKER
06/07/2000