Hij ziet geen miserie hij kent alleen luxe
van acht tot acht zijn oogkleppen op
Stom en doof voor wat gebeurt telt alleen zijn eigen ik
zijn geld, zijn zakken vol
Hij meet zich graag met soortgenoten, wezens zonder hart
met goud en dure frakken
Zielig toch als jaren later na een kil en leeg bestaan
ook wezens moeten gaan met groot ornaat
geveinsd verdriet
met frakken zonder zakken