de wekker gaat af,
ik geef hem een klap.
hij valt op de grond.
kan hij er wat een doen,
dat ik niet geslapen heb?
ik sta op.
loop naar de spiegel,
en kijk verbaasd naar het meisje dat naar mij kijkt.
elke nacht lijkt ze vele jaren ouder te worden.
in haar ogen zie ik de blik van een gebroken vrouw.
ik stap onder de douche,
schrik van de angs die door mijn lichaam schiet.
zet de douche heel heet om de pijn niet te voelen.
het water brand de angst, de pijn en verdriet weg.
ik voel me vies,
hoe krijg ik mezelf weer opgelapt?
ik zet de douche heel koud,
even krijg ik geen adem
het water valt als ijspegels op mijn hete huid
ik krijg kippevel, mijn huid lijkt te krimpen.
daarmee krimpt mijn angst,
de warme mist word fris
het doffe kloppen in mijn hoofd trekt weg
mijn hart voelt kil
ik zet de douche uit,
bibber, mijn huid tintelt.
wrijf de spiegel droog en kijk het meisje aan.
haar huid en haar haar glanzen,
maar haar ogen staan dof.
goeiemorgen weer een dag te gaan