Uit het hart gestroomd.
Bij het oog haar uitweg gevonden.
Langzaam tredend naar buiten.
Ontstaan door pijn, verdriet en zonden.
Nu langzaam aan losgelaten en begonnen met uiten.
Een kleine traan.
Zo helder zo zuiver.
Een grote oorzaak tot bestaan.
Herinneringen geven een huiver.
Verloren in haar zelf,
glijd de traan.
Beetje bij beetje laat ze achter een zwarte baan.
Rode ogen,
Met zwart omrand.
Genoeg haar zelf bedrogen,
ze kan niet langer negeren het hart dat brand.