als ik mijn tranen zoek vind ik ze niet
en als ze komen heb ik ze liever niet bij me
ik wil het uitroepen
maar als ik het probeer krijg ik geen woord uit mijn mond
ik daal door de straten der vergetenheid en bots op een schim
groet hem en loop door
de regendruppels op mijn gezicht doen me verduisteren en laat me alles nauw bekijken
de schim volgt
hij volgt me al men hele leven
ik ren en ren
ik val
daar lig ik dan
op zijn zolder
op zijn matras
flashbacks van mijn fouten die ik heb gemaakt toen ik zelfmoord probeerde te plegen
men wonden bloeden binnenin mezelf
de muren komen op me af
kan ze niet stoppen
tranen rollen over men wangen zoals de regendruppels me achtervolgden
de schim
daar
hij is er
zijn koude adem op mij huid
zijn sterke handen die me ruw verdoezelen
zijn blik die hij naar me werpt wanneer ik vraag te stoppen,
wanneer ik bid te stoppen
hij gaat door
op zo'n momenten zou je wensen dat je pogingen lukte
dat je pogingen werden veregend door de donder en de bliksem
als een bliksem, ja
zo is hij
zo snel en pijnlijk als de bliksem
als je jong bent ben je bang van dat geluid maar verheerlijkt het je die kleuren
als je ouder bent maakt het geluid minder uit maar is het de pijn die de snelheid maakt het ergst
elke seconde slaagt er bij iemand die bliksem in
niemand is daarvoor alleen
ook al wenst ie het wel
dit wil je niemand toewensen
zelfs de dood is beter in een alzienend oog