LIEFDE
Ik ben verliefd.
Zwaaiend in de lianen
van mijn gedachten.
Stikkend in de netten
van onbewuste wetten.
Naar adem happend,
ineens de liefde snappend.
Ik ben verliefd,
verliefd op jou.
Ik ben gek.
Op je ogen,
die mijn vonken doven,
die vuren heter maken,
helser dan de hemel.
Je mond, die ik vond,
verdronken in jouw armen.
Je gratieuze charme
die jou zo boeiend maakt.
Ik ben gek,
gek op jou.
Ik wil,
voor altijd bij je zijn.
De warmte voelen in je lijf.
Je wegen gaanbaar maken.
Ongemerkt je handen raken.
Met jou de dag beleven.
Onze liefde ook aan anderen geven.
De nachten vol met tederheid.
De ruzies in verbondenheid
Ik wilde,
voor altijd bij je zijn.
Maar altijd is verleden tijd.
Nu voel ik dat.
Ik begrijp pas nu de spijt.
WIL MELKER