Eens zullen ook wij eenzaam zijn en gans alleen
Vergeten, afgezet al in ener rusthuis
Met helemaal niets of bijna niets om ons heen
Tenzij de herinneringen van eens voorheen
Dan pas zullen wij begrijpen hoe pijn het deed
Voor hen, die wij zorgeloos hebben laten gaan
Of die men zomaar opeens uit hun wereld smeed
In stervende droefheid wegrukt uit hun bestaan
Kinderen komen en kinderen gaan meteen
Sommigen blijven langer, denkend aan de kluis
En dan op een dag zie men ze allen bijeen
De stilte afgedwongen, met of zonder kruis
Dit is dan de pijn al in ons laatste doodszweet
Die men noch met morfine noch met baxterbuis
Kan stillen, omdat elk het voor zichzelf best weet
Kijkend ten hemel of neerwaarts naar het plavuis