Stel dat de wet van “mogen”  

een pact sluit met deze van “willen”  

en ook “kunnen” zich daarbij voegt,  

misschien moet je me dan pas vragen  

in mezelf te zoeken  

wat ik zelfs nu nog niet  

van buitenaf binnenin kan toelaten.  

Want nu ik eindelijk spreken kan  

leek de zwijgplicht nooit zo sterk  

niettegenstaande dat die haaks staat  

op de dwang en drang die woelt  

terwijl het verlangen naar gevoelloosheid  

tussen extreme uitersten veert.  

Ook nu wil ik schreeuwen “kijk niet”  

al maakt me dat zichtbaarder dan ooit  

maar laat die twijfel eigen zijn  

aan een moment van verwarring.  

Denk ik.