Jij bent weer verliefd op me.
Je durfde het niet zeggen.
We hadden zo een hechte vriendschap,
ik zie hem kapot gaan.
Je zei altijd ik vertrouw je,
ik kan alles aan je zeggen.
En nu?
Waarom kon je het niet aan telefoon zeggen?
Je heb het zelf gezegd,
je vertrouwt me
of is het vertrouwde.
En gisteren,
ik zat in hetzelfde gebouw,
echt plezier maakte ik eerst niet,
zeker niet als er iemand voorbij kwam waar jij op leek.
Het werd benauwd.
Ik weet niet meer wat ik moet doen.
Ik weet niet meer wat ik moet denken.