duizend stemmen
allemaal pijn
al die kreten
die zo angstig zijn
in de meute
sta ik alleen
als een regendrup
in een storm
wanneer de storm ophoudt en iemand een hand naar mij toereikt slaat de angst weer toe. ik ben verloren, bang, zelfs wat levensmoe. In mijn gedachte, iedere keer maar weer, blijft het spoken, een blijvend zeer.
i mis het zo
die lieve woordjes
een glimlach zo zacht,
een meisje die aan mij dacht.