Als een ruwe diamant,
Loop ik met mijn vingers over de scherpe kanten heen
Is de duisternis even geen probleem
Weerkaats die diamant licht zo zuiver
Dat ik even zachtjes huiver
Word ik soms verblind
Zie ik in dat zelfde licht dat kleine kind
Kijkt het me verbaasd aan met zijn grote ogen
Zo eerlijk, helder, en bewogen
Weet ik al lang wie je bent
had ik zijn bestaan ontkent
durf ik niet naar zijn ogen te kijken
omdat ik weet dat die zijn handen zo uitreiken
kan dit kind niet langer bestaan, zijn leven geleefd
omdat dit kind teveel pijn gekend heeft