Gods oog
Het maken van een vaatje wijn
Dat kan ik wel vergeten
Ze vlogen aan van ver en hein’
In Hunnenhorden, eindeloos
Naar de wijnrank van die Koos
Om zich er vol te vreten
Of ik daar nu echt triest van ben?
Welnee, het tegendeel
Dat komt omdat Hij mij wel kent:
Zo drink ik niet te veel
© Koos 6-10-2005