Ik denk dat ik een fout heb gemaakt.
Ik had niet zo eerlijk moeten zijn.
Ik had niets moeten vertellen;
Je had er toch niet omgevraagd?
Ik had best mijn gevoelens, voor mezelf kunnen houden.
Ik deed het niet.
Nu heb ik spijt.
Wij zijn beste vrienden;
En ik ga het weer verkloten.
Maar het komt goed.
Weet ik zeker.
Ik hou van jou.
Ik laat je niet gaan.
Jij bent mijn beste vriend.
Lang vond ik jou leuk.
Lang vond jij mij leuk.
Maar je bent een player.
Ik weet zeker dat je mij nooit zult playen.
Maar je kan me ook niet gelukkig maken.
Lief; ik hou ziels veel van je.