ik zou moeten slapen,
maar kan het niet laten.
ik voel mijn bloed stromen,
de tranen komen.
ik zit te beven,
en wil alles opgeven.
maar dan zie ik twee paar kinderogen,
starend,huilend,onbewogen.
ze huilen met me mee,
ik hou hen vast alle twee.
ik druk ze tegen me aan,
samen laten we ons verdriet gaan.
al schokkend,uitgeput vallen ze in slaap,
het is al zeer laat.
ik kijk naar hun betraande gezichtjes,
mijn arme wichtjes.
ik moet nu kiezen,
het doet pijn iemand te verliezen.
het zal moeilijk voor me zijn,
en met verdriet en pijn.
zal ik hen terug een hond geven,
zodat ik ze weer zie leven.