Stenen muren en
een gesloten deur.
Alle wegen naar m'n
hart waren versperd.
In die muren, een venster
dat niet open kon.
Maar jij,
brak het glas.
Onbevreesd,
niet bang om je
te kwetsen aan
de scherven.
Je nam m'n hart
en toonde het de weg
naar buiten,
zodat het nooit meer
opgesloten was.