Ziellozezwaan,
verloren in langeschaduwdagen.
Om weer in de kou te staan.
Hoor haar bitter klagen.
Jij ziellozezwaan,
het mocht niet zo zijn.
Het sterven gaat zo langzaam.
Ondergedoken in versleten pijn.
Ow ziellozezwaan,
ik voel je tranen branden.
Ik weet het, jou terft geen blaam.
Het is nou eenmaal een wereld van misverstanden.