De wolken zijn grijs
Niet somber maar kleurloos
Verschillende malen uitgeblust
Of gebroken door lichte zonneschijn
Resten ik en mij zijn verloren
Naast jou en wij
Waar zij zaten- Hand in hand
Op de regenboog waar enkel prinsessen over draalden
Verscholen- vergeten
Nog de herinnering van oude lucht
Genomen in ons vergezicht- Gebonden
Men legde hen in ons vaarwel
Met mijn hand zou ik nog willen wuiven
Als mijn schaduw niet was geworden naar een ander
Of wolvengehuil niet zong- spreek me
Want enkel tranen doven het vuur