Er is een meisje
Treurend van verdriet
Verstrikt in een strijd
Winnen zonder struikelen lukt haar niet
En dan is het zo moeilijk door te gaan
Dat meisje
Is zich aan het afzonderen
Wil geen mensen meer om haar heen
Maar verlangt toch naar een gemeende knuffel van een goede vriend
Maar durft die knuffel dan niet te accepteren
Dat meisje
Schreeuwt om hulp, maar accepteert die niet.
Ze voelt zich rot en ellendig,
Maar durft het niet toe te geven
Ze vind dat ze zich aanstelt
dat ze niet moet zeuren, het is haar eigen schuld
Ze moet die moeilijke strijd zelf overwinnen
Dat meisje
Is stil geworden
En maakt zich klein
Niemand mag haar zien
Ze is bang voor elke opmerkingen,
En alles valt dan fout,
Het lijkt zo negatief,
Want nee, een goede opmerking,
die verdient ze niet
Dat meisje
Is bang om alles fout te doen
Kijkt om zich heen
En ziet dat iedereen het beter doet
Dat meisje
Wilt dun zijn
Wil niet meer de dikste zijn
Maar leven met lijnen, want dat voelt zo veilig,
Ze weet dat ze niet te dik is,
want er vallen alleen maar rake opmerkingen
Maar ze voelt zich zo dik.
En dat gevoel is zo sterk!
Dat meisje
Wil zo graag dun zijn
Maar haar vrienden en ouders proberen haar tegen te houden
Zij zien hoe erg ze er aan toe is, maar zij ziet het niet
Ze weet wel dat ze wegglijd, en dat ze dat moet tegengaan,
Maar tegen die glijbaan oplopen is zo moeilijk,
Is zo zwaar, en dat lukt niet zonder vallen, en ja vallen dat kan dus niet.
Want vallen is falen.
Daarom blijft ze alles ontkennen,
dat geeft de minste problemen
Dat meisje
Is verborgen achter haar gevoelens
Zij bepaald hoe dichtbij iemand mag komen,
Zij bepaald wie wat weet.
Dat meisje,
zo eenzaam en alleen,
Zo overvol van verdriet, zo bang en onzeker,
Dat meisje…
Dat ben ik….
Ik heb mezelf overgegeven.
Ik laat alles nu maar gebeuren,
Bijna opgenomen,
ik wilde en durfde het eigenlijk niet
Iedere maaltijd die ik nu eet,
ik laat het maar gebeuren,
ook al voel ik me rot,
maar het is niet genoeg,
de échte rust heb ik nog niet!
Ookal eet ik iets meer, ok het is niet veel,
eigenlijk niet te noemen, maar toch.
Ik eet soms zelfs uit mezelf.
Het gevecht blijft doorgaan,
omdat de oppervlakte is aangepakt,
maar de wortel niet.
En ik val vrijwel meteen weer terug in het oude,
omdat dat me veiligheid bied.
maar ik durf nix meer te zeggen
ze maken zich al zorgen en dan maak ik het alleen maar erger!
Waarom is het leven zo moeilijk, wanneer vind ik eindelijk rust?
Geef mij kracht.
Steun mij in mijn moeilijk dagen,
waarom? Waarom moet ik zo lijden',
beloofd mij alstublieft betere tijden'.
Ik moet volhouden en vechten voor mijn eigen verstand,
Want de vijand in mij schuift mijn verstand aan de kant.
ik heb angst en zoveel pijn,
ik ben blij als ik er niet meer zou zijn.
ik zit in een put waar ik nooit meer uit zal komen,
De put die er vandoor gaat met al mijn mooie dromen.
alle energie is al uit m'n lijf,
die mij tot wanhoop drijft.
ik ben hem zo zat,
Ik heb het echt helemaal gehad!
Ik voel me bang, ellendig en rot
Ik ben chagrijnig en doe tegen iedereen bot.
Ik dreig te verdrinken in een zee van tranen, angst, pijn en verdriet
En niemand, nee niemand die het ziet.
Ik zak steeds dieper weg, maar durf hulp niet te accepteren
Ik moet vechten, samen met anderen en moet nog zoveel leren.
Ik hoop dat de tijd snel komt dat ik 'ja' durf te zeggen
Dat ik dan al m'n problemen en zorgen van me af kan leggen.
Ik heb echt veel te veel gegeten de laatste tijd, en het voelt zo slecht!
Het voelt zo fout!
Het voelt zo als falen, terwijl ik weet dat het juist goed is.
Waarom kan ik niet gewoon zonder zorgen en schuld eten?
Ik wil bescherming, liefde, aandacht en warmte,
Maar het enige wat ik over heb voor mijzelf is haat
Zoveel mensen geven om mij, waarom ik dan niet van mezelf?
Ben ik zo slecht? Dat ik niet van mezelf mag houden?
Ben ik het niet waard, om van het leven te genieten?
Ben ik dan echt alleen maar goed genoeg,
goed genoeg,
voor de dood.
Ik moest weer naar de ziekenhuis, zoals zovaak
Niet veel nieuws of interessants verder.
Moest natuurlijk weer op de weegschaal
maar ook die gaf niets bijzonders aan.
Aan de ene kant ben ik blij dat ik niet ben afgevallen
Aan de andere kant baal ik daar verschrikkelijk van.
Ik moet afvallen afvallen en nog eens afvallen.
Niet omdat ik zo dik ben, maar omdat het niet anders kan.
Als ik niet afval eet ik teveel, als ik teveel eet ben ik slecht
Dat gaat er steeds om in mijn hoofd.
Niet afvallen betekend slecht zijn en pijn verdienen.
Het niet waard zijn dat anderen van je houden.
Niet afvallen betekend dat ik helemaal niets meer kan
Heb zelfs geen zelfdiscipline meer.
Ik weet dat het onzin is en dat ik moet eten,
Maar een gevoel diep in mij is het daar niet mee eens.
Dat zegt mij dat ik moet hongeren, net zolang tot ik goed ben.
En dat is niet met een kilootje minder.
Luisterend naar de mensen die om mij geven
Langzaam maar zeker probeer ik het weer
Maar steeds weer opnieuw proberen, heeft dat zin?
Als je weet dat je het toch niet haalt
Vaak denk ik terug aan vroeger. De tijd van lol en plezier.
De tijd dat je jong was en je wereldje niet groter was dan je eigen huis.
Je had geen zorgen en ook pijn bestond toen niet.
Pijn werd weggekust door je moeder
Ja, vaak denk ik met heimwee terug aan toen.
Steeds als ik me ergens druk om maak, steeds als ik verdrietig ben,
Wil ik weer zo klein zijn, knuffelen in de armen van mama.
Grapjes maken met papa en lekker rollebollen door het huis.
De geborgenheid en veiligheid als je met je ouders knuffelde.
Als ze je een verhaaltje voorlazen voor je ging slapen.
Rustig sliep je in, denken aan de fijne dingen van die dag.
De volgende dag kom je met slaperige oogjes naar beneden
je wenst je mama en papa een goeiemorgen.
Lekker een boterham opeten die mama voor je had gemaakt,
en niet nadenkend over ieder grammetje wat je er weer af moest zien te krijgen.
Vrolijk spelen en niet steeds verdrietig zijn, vol energie zitten
en vrolijk het leven tegemoet gaan.
Ik wil terug naar die kindertijd, naar de vrolijkheid.
Ik wil terug naar die warmte en geborgenheid, naar mama's armen
Ik wil terug.. naar mijn kindertijd.
Er is een meisje dat vaak moet huilen, zich somber voelt en depressief.
Ze maakt geen lol en is altijd moe, de somberheid druipt van haar gezicht.
Er is een meisje dat mager is, maar het zelf niet ziet.
Ze wil niet eten, dan is ze slecht.
Haar gevoel verteld haar dat ze niet mag eten, dat ze dik is en zich schuldig moet voelen.
Er is een meisje dat altijd met lange mouwen loopt,
Ze kan haar armen niet vertonen,
Er is een meisje dat zich alleen voelt. Ze voelt zich onbegrepen.
Het ene moment willen ze helpen, de mensen om haar heen.
Het volgende moment zijn ze die liefde kwijt en het meisje voelt zich alleen.
Ze moet dat onmogelijke gevecht in haar eentje winnen, zonder hulp van anderen.
Er is een meisje dat moe is en opgebrand.
Ze kan niet meer en wil niet meer vechten.
Ze weet zo goed dat het de verkeerde kant op gaat en dat ze dit niet red.
En toch loopt ze door, totdat ze niet meer kan en bijna instort.
Maar dan op een gegeven moment,
Leert ze iemand kennen,
Waar ze geborgenheid in ziet
Iemand die haar lijkt te begrijpen,
Iemand die niet op lijkt te kijken van haar dunne lichaampje
Maar het verdriet ook niet ziet
Het schuilt dit achter haar ogen
Maar er lijkt een zonnestraal bij te komen
Met de dag gaat het beter
Steeds als ze iets at werd ze geprezen
Het waren kleine porties maar het lukte
En toch weer die angst en schuldgevoelens komen boven
Wanneer houd dat toch een op!
Samen aten we een broodje gezond
Ik zonder boter of dressing maar daar keek hij niet van op
Ik at een hapje van zijn broodje
De keer erna waren het er 2
Zo heb ik met stappen opnieuw leren eten
Nu kan ik zelfs een frietje eten
Met een beetje schuldgevoel
Nooit zal ik 100% genezen
Maar ik ben al ver genoeg