Engeltje
Een meisje zonder naam
Zit stilletjes op de grond
Met veel te dunne kleren aan
En op haar knie heeft ze een wond.
Ze huilt niet en ze lacht niet
Koud, heeft ze het alleen.
Uit haar jurkje haalt ze een doekje
En legt dat op haar been.
In de kamer is één raampje
Het meisje staat er door te wuiven.
Er komt een boodschap voor haar aan
Gebracht door drie witte duiven
Aan hun pootjes hangen zakjes
Gemaakt van engelenhaar
Voorzichtig maakt ze ze open
Ze voelen nogal zwaar.
Het is een boodschap uit de hemel
Voor alle mensen op de aarde.
Ze moet alles eerlijk gaan verdelen
Want voor God is iedereen van waarde.
Het meisje zonder naam
Vecht, ook al gaat ze er aan stuk
Om aan iedereen te geven
Een portie dagelijks geluk.