Haar
Een jongen lag in het gras,
Hij wist niet hoelang hij er lag,
Hij wist niet waar hij was,
Allemaal sinds hij haar zag.
Een jongen liggend op zijn rug,
Hij wist niet hoe hij er was gekomen,
Hij wist niet hoe nu terug,
Kon alleen nog van haar dromen.
Ik zie ineens dat ik hem ken,
Hoe langer ik naar hem staar,
Word me duidelijk dat ik hem ben,
En dat allemaal dankzij haar.