Wervelwind van woorden
woeit ongesproken door mijn hoofd;
dooft de waakvlam van wakkere
gedachten in rook.
Je stilte sist in karakter
en je zwijgen in gevoel van pijn,
fijn prikkelend met de intente
mij te wekken.
Zonder woorden fluister jij
en besluipt de kamers van mijn hoofd
dooft de vlam in alle ruste,
maar ontsteekt de haard in mij.