Kaarsen branden voor het raam
ik wikkel de warmte rond mijn vingers
en ik denk aan jou
ver van me vandaan
De vlammen zijn gespleten
Ze zijn één,
verlangen hetzelfde
maar zijn niet samen
Ik staar naar buiten en droom weg
Ik verbrand me maar voel niets
dan de kou om me heen
de afwezigheid van jou