Verblind door wanhoop en razernij
zonder enig denken
naar buiten toe gelopen
en verder angstig...
Van de onmacht
die kerft diepe wonden
en het bloedt van woede in mijn hart
en verder zeer...
Mijn tranen verdrinken in de regen
mijn knieƫn in het natte gras
mijn roep, verloren de wijde wereld in
en verder donker...
De natte aarde smelt in mijn handen
zoals mijn woorden in de omvang
van nietig klein, een grasspriet in een bos
en verder alleen...
Mijn lichaam, nat van de regen
en de tranendruppels
langs mijn wangen op mijn bloes
en verder koud...
Van zonder troost en lopen van
en de natte aarde kleeft
ik wil slaan, nog harder
en verder moe...
Levenlust weggezogen
in de schemer van mijn lach
verloren weg naar nergens
en verder...
verder hoop ik beter...