Ik zag hoe je ogen naar me keken,
ik keek in jouw ogen.
Ik zag ze spreken,
ik hoopte dat ze niet logen.
Toen zag ik je mond,
ik zag hoe je lippen opelkaar zaten.
ik voelde de liefde die bestond,
een herrinering die ik niet los kan laten.
We stonden een poos stil,
onze lippen raakten elkaar bijna aan.
Ik voelde een ril,
We bleven maar tegenover elkaar staan.
Onze lippen kwamen steeds dichter naar elkaar toe,
toen kwam de zoen.
Ik weet niet hoe,
het was een mooi moment toen.
Een moment van jou en mij,
ook al was daar de achtergrond.
De mooiste was jij,
en de liefde die bestond.