Lag het zwart te diep in mijn handen
van eeuwenjonge rimpels die ik schiep
in jouw zachte weemoed- heimwee
Is de nacht te jong of de dag te oud
om te begeren in de bomenkruin van het leven-
die enkel sterren kent en mag van leren
En danste jij in deze woordenpracht mijn dromen
binnen alsof je niet wist dat ik het was die
je passen bepaalde zonder de muziek
Nee, het waren de fluisteringen die de bron waren
Of de inspiratie in deze fragiele wereld en
zorgeloos beseften dat ze allemaal analfabeten waren