je me met vierkant
papier, voorkant oranje
achterkant groen
een vrucht liet maken
Japans dat klonk als kaki
twee Nepalese meisjes
rondom mij bewogen
de grenzen stelde
van vouwen en douwen
in zachtheid tot onverwacht
een schaal overlopend
van oneetbaar Japans fruit
de ruimte vulde en daarbuiten
contouren van een stad
een gezicht dat rokend
de winterse hemel aanvrat