Uit de bundel: "Het scheepje der poëzie"
VISSERSBAAS?
Woorden vissen
uit de letterzee.
Met de kleinste mazen
visten snelle bazen
vlug het water leeg.
Woorden in de uitverkoop.
De aanvoer was te groot.
Een zak clichés
voor nog geen piek!
Maar het publiek,
dat hapte niet.
Heer criticus,
de slimste baas, weet raad.
Ik kies een mand met woorden uit,
die gaat voor het publiek.
De rest, als bagger van de schuit,
kom, weg ermee, het zeegat uit.
De vissersbaas,
hij vist niet meer.
Zijn kostje is gekocht.
Hij kiest en selecteert.
Van vissen weet hij niets,
heeft hij ook nooit geleerd.
WIL MELKER
22/07/2000