EVEN ERUIT.
De klok verslaat de tijd al trager.
Leven krimpt tot een gebaar en blik.
Langzaam is er rust gekomen,
stilte in de ochtendmist .
Huis tegen de heuvel.
Hemel, witgevlekt met ochtendblauw.
Flarden ruisend uit het dal
vermengd met geuren van verval.
Water kabbelt litanieën.
Pluizen dollen in de wind,
kleuren delen plaats
en groenversnijdend, ruimte in.
Dwalende langs bomen,
een holle weg, de heuvel op,
hoorde, al kilometers ver gezien,
de drukte van de grote weg.
WIL MELKER
23/07/2000