Ik begin langzaam te verkrampen,
vanwege jouw armen,
die zich stevig om mij heen klampen.
Wat ik zie, is wat ik wil,
maar wat wij ieder willen,
is een gigantisch verschil.
Sterk in mijn schoenen,
wil ik groeien naar de zon.
Vertrekken van hier, waar alles begon.
Jij hebt besloten voor ons beide,
mijn plaats is hier,
naast jouw zijde.
Wat er ook mag gebeuren,
altijd ben ik de klos.
Steeds vraag ik mij af,
wanneer laat jij mijn hand eens los?